Opinie: Kan je nog wel religieus zijn op de UU?

Opinie: Kan je nog wel religieus zijn op de UU?

In een tijd waarin internationale conflicten steeds vaker doorwerken in het studentenleven, groeit de roep om inclusiviteit, nuance en wederzijds begrip. Discussies over Gaza, identiteit, racisme of academische vrijheid domineren het publieke debat, ook aan onze universiteit. Maar er is één stem die vaak onderbelicht blijft in deze gesprekken: die van de gelovige student. Waar blijft de ruimte voor de christelijke student die zijn of haar geloof openlijk wil belijden? De joodse student die zich zorgen maakt over veiligheid én verbinding? De moslimstudent die vraagt om respect voor klassiek-conservatieve opvattingen over het huwelijk? Op een universiteit die zegt te streven naar diversiteit en inclusie, is het van belang dat deze stemmen niet wegvallen in het rumoer van seculier activisme en politieke polarisatie.

Bedroevend genoeg zien we dat het religieuze geluid steeds vaker in de verdrukking komt, soms zelfs letterlijk. Zo durven joodse student niet meer openlijk hun mening te delen over de situatie het Midden-Oosten en als ze dat wel doen worden zij hard aangepakt vanwege familiebanden in  Israël. Er wordt hen verweten ‘medeverantwoordelijk’ te zijn voor geweld, simpelweg omdat ze Joods zijn. We zijn als universiteit al zo ver gekomen dat Joodse studenten hun keppeltje niet meer dragen en zelfs niet meer naar colleges gaan om conflict te vermijden. 

Op een ander moment kreeg een christelijke student bij een vak over genderidentiteit te horen dat zijn geloofsovertuiging ‘niet thuishoorde in een academisch debat’. Hij had slechts met respect voor andere perspectieven benoemd dat hij geloofde in het Bijbelse mensbeeld, zonder anderen te veroordelen. Toch werd hij als conservatief bestempeld en werd zijn visie genegeerd. Ik heb zelf in een college antieke filosofie meegemaakt dat een docent argeloos zei dat toch niemand meer in een God gelooft die de aarde geschapen heeft. 

Niet veilig
Dit zijn geen op zichzelf staande incidenten. De anekdotes vormen een patroon: gelovige studenten voelen zich steeds minder veilig om zich uit te spreken. Ze passen zich aan, blijven stil, of verlaten zelfs studierichtingen waarin hun levensovertuiging als achterhaald of verdacht wordt neergezet. Omdat er totaal geen rekening word gehouden met gelovige studenten. Religie is echter niet slechts een privézaak. Het is voor velen een bron van zingeving, solidariteit en morele richting. Juist in tijden van polarisatie kan het gelovige perspectief bijdragen aan vrede en gesprek. Daarvoor is het essentieel dat ook hun overtuigingen en waarden gehoord worden. 

Het lijkt erop dat religieuze studenten vaak over het hoofd worden gezien in het studentenbeleid. Bij universitaire beslissingen over feestdagen, voedselvoorziening of gebedsruimtes worden de belangen van deze studenten lang niet altijd meegenomen.

Religieuze stem
Tegelijkertijd durven gelovige studenten hun stem niet altijd meer te verheffen, bang om weggezet te worden als ‘achterhaald’ of ‘dogmatisch’. Dat is een verlies voor het academische klimaat als geheel. Juist nu heeft de universiteit behoefte aan een brede vertegenwoordiging van stemmen, óók de religieuze stem. Studenten die zich laten leiden door geloof, hebben unieke perspectieven op mensbeeld, verantwoordelijkheid en gemeenschap. Die verdienen een plek in het debat. En die plek krijg je niet vanzelf. Daar moeten wij als studenten samen actief voor zijn. 

Opiniestuk van:

Emma Bosma, Raadslid Facultaire Raad Geesteswetenschappen UU