In de moderne tijd hebben steeds meer jongvolwassenen toegang tot de universiteit. Waar wetenschappelijk onderwijs in de vorige eeuw vooral was voorbehouden aan de welgestelden, is de universiteit vandaag de dag toegankelijker dan ooit. Daardoor zien we een groeiende variatie en diversiteit onder studenten. Inhoudelijk betekent dat we meer studenten zien uit verschillende plekken in Nederland: stedelijk of dorp, vers van de middelbare of voorgaand student bij het hbo en mbo. We hebben dus een veel bredere en meer diverse laag studenten rondlopen, waarbij de academische wereld verrijkt wordt door al die verschillen. De studententijd is juist de plek om uit je politieke bubbel te komen, nieuwe of andersdenkende mensen te ontmoeten en je wereld te verbreden. Of hoe het bij mijn bachelor geschiedenis wordt geleerd: kritisch leren denken en nieuwe invalshoeken doorzoeken.
Vrijheid niet gegeven
Echter, dit mooie beeld van de academische wereld en het studentenleven blijkt niet de praktijk te zijn. Voor veel studenten is er geen plek wanneer duidelijk wordt dat hun politieke mening afwijkt van de dominante lijn bij het maatschappelijke debat aan de universiteit. Wanneer het gaat over maatschappelijke vraagstukken als immigratie, klimaat of de oorlog in Oekraïne of Gaza durven veel studenten niet hun kritische mening bloot te leggen, uit angst voor heftige reacties en uitsluiting. Laatst, tijdens een werkcollege, uitte een geschiedenisstudent zich kritisch over het asielbeleid en de opvang van vluchtelingen. Hij werd daarop direct door medestudenten uitgemaakt voor racist, met de boodschap dat zijn mening hier niet thuishoort. Geen enkele student nam het voor hem op, maar na het college kwamen meerdere studenten wel naar hem toe om hem te vertellen dat ze het met hem eens waren, alleen dat niet hardop durfden te zeggen.
Toen ik in september vorig jaar aan mijn universitaire avontuur begon, keek ik met optimisme uit naar de academische wereld, en naar de kans om daar deel van uit te maken. Juist de universiteit leek mij dé plek waar uiteenlopende meningen in alle volwassenheid besproken konden worden, zonder dat het persoonlijk werd. Maar tot mijn grote verbazing bleek de universiteit juist minder tolerant dan het hbo waar ik net vandaan kwam. Bij het hbo konden studenten van GroenLinks tot de PVV in een verhitte discussie raken tijdens een werkcollege, om daarna wel gewoon samen naar de kroeg te gaan voor een biertje. Op de universiteit bleek dit helaas niet mogelijk. Daar vermijden studenten elkaar wanneer ze niet dezelfde politieke opvattingen delen.
Al tijdens de introweek werd duidelijk dat sommige studenten aangaven zich niet te willen associëren met medestudenten die een andere politieke opvatting hebben, en zelfs nooit bevriend zouden willen raken met iemand die zichzelf als rechts beschouwt. Zelf durfde ik ook niet openlijk en eerlijk te zeggen wat ik van alles vond, omdat je als beginnend student in een nieuwe stad graag goed je omgeving wilt opbouwen zonder gelijk aan de zijkant te worden geschoven. Het vervelende hieraan is dat je je juist als student veilig moet kunnen voelen en open moet kunnen zijn over waar je voor staat, net als dat je religie, afkomst, kleur en seksuele voorkeur ook altijd geaccepteerd moeten worden.
Om daadwerkelijk de inclusieve universiteit en in het verlengde daarvan de inclusieve maatschappij te creëren die we bij Nederland vinden passen, moet er nog veel veranderen. Ik denk dat studenten aan de universiteit nog veel kunnen leren van het hbo, waar politiek zeker belangrijk is, maar losstaat van de persoon. Net zoals de ene student een passie kan hebben voor rockmuziek en de ander voor klassieke muziek, is dat geen reden om iemands voorkeur te demoniseren. Zo zou het ook moeten zijn binnen het politieke debat tussen studenten. Iedereen heeft zijn eigen mening en voorkeur, maar respecteert de ander als persoon, ook als ze inhoudelijk lijnrecht tegenover elkaar staan. Ikzelf heb ook een duidelijke mening, maar ik heb de afgelopen jaren steeds meer geleerd van mensen die er totaal anders in stonden dan ik. Juist die verschillende perspectieven zijn het belangrijkst om aan te horen.
Of zoals basketballer John Wooden zei: “Laat wat je niet kunt doen, niet in de weg staan van wat je wel kunt doen”. Dat iemand het niet eens is met jouw politieke voorkeur, betekent niet dat jullie geen vrienden kunnen zijn of geen overeenkomsten kunnen hebben op tal van andere vlakken. Laten we als studenten doen waarvoor de academische wereld ooit is opgericht: het voeren van een open debat, met ruimte voor elk perspectief, zodat we van elkaar kunnen leren, in plaats van elkaar uit te sluiten.
Opiniestuk van:
Sil Kok, Fractieondersteuner VSP Utrecht